De Chinese Iep (Ulmus Parvifolia) komt van nature voor in Zuid-Oost Azië, vooral in China. In zijn natuurlijke omgeving wordt het een grote boom die wel 25 meter hoog kan worden met een diameter van 1 meter. De Chinese Iep ontwikkelt vrij eenvoudig een fijne takstructuur en kleine bladeren, dit maakt deze soort uitermate geschikt voor Bonsai.

De Chinese Iep wordt vaak verward met de Zelkova, maar als je de bladeren vergelijkt zie je duidelijk het verschil. Ondanks dat ook andere Iep soorten heel geschikt zijn voor Bonsai, is de Chinese Iep de meest populaire.

Standplaats: De Chinese Iep doet het goed in zowel volle zon als halfschaduw. In milde klimaten (zoals in Nederland en België) kan deze boom in de winter buiten blijven staan. Een Chinese Iep die gekocht is als binnen Bonsai mag in de zomer buiten gezet worden, maar in de winter kunt u deze beter naar binnen halen en bewaren in een vorstvrije ruimte. De Chinese Iep kan normaal gesproken enige vorst verdragen, maar het verschilt afhankelijk van waaruit waar ze geïmporteerd zijn. Bomen afkomstig uit het Noordelijke deel van China lijken meer vorstbestendig te zijn dan bomen afkomstig uit het Zuidelijk deel van China. Afhankelijk van de temperaturen tijdens de winter kan de Chinese Iep zijn bladeren laten vallen, of deze houden totdat daar nieuwe scheuten tevoorschijn komen.

Bewateren: De Chinese Iep ruim water geven wanneer de grond aan de droge kant is. Laat de pot nooit uitdrogen, maar voorkom dat de grond continu nat is. Wanneer je bewaterd moet je het grondig doen.

Bemesten: Tijdens het groeiseizoen moet de Chinese Iep goed bemest worden. De Chinese Iep heeft geen speciale mest nodig. Een combinatie van een goede organische meststof in combinatie met een goed gebalanceerde vloeibare kunstmest is een goede basis. Als de Chinese Iep in de winter op een koude plek staat, dan is het beter deze tijdens de rustperiode niet te voeden.

Snoeien: Als je de Chinese Iep vrij laat groeien, zal deze snel verdikken. De Chinese Iep reageert goed op regelmatige snoei wat bijdraagt aan een fijne takstructuur, tevens loopt hij goed uit op oud hout na stevige snoei. Laat de scheuten zich ontwikkelen tot minimaal 3 of 4 internoden en snoei ze dan terug naar 1 of 2 bladeren. Een goede tijd om grote takken te snoeien is laat in de herfst. De Chinese Iep kan goed gevormd worden door bedrading en spandraden.

Verpotten: Jonge exemplaren van de Chinese Iep dienen iedere 2 jaar verpot te worden, oudere en grotere exemplaren minder vaak. De beste tijd om te verpotten is de Lente. Wortelsnoei dient nauwkeurig gedaan te worden, want de Chinese Iep produceert kromme met elkaar verweven wortels. Er moet voorzichtig mee om worden gegaan om een mooie gelijkmatige wortelvoet te ontwikkelen. De Chinese Iep stelt geen speciale eisen aan het grondmengsel, wel moet het goede drainage hebben. Een basis grondmengsel kan gebruikt worden.

Vermeerdering: Chinese Iep Bonsai kunnen het beste vermeerderd worden door het nemen van stekken. Vermeerderen uit zaad wordt minder aangeraden.

Ziektes en parasieten: De Chinese Iep raakt vaak besmet met spint en luis bij lage luchtvochtigheid. De juiste bestrijdingsmiddelen en regelmatig besproeien met water zouden moeten helpen. Besproeien met kalkzwavel/jin seal of synthetische bestrijdingsmiddelen kunnen ervoor zorgen dat de Chinese Iep zijn bladeren laat vallen, dus vermijd deze producten